Machiavelli, Guicciardini en de laatrenaissancistische Italiaanse diplomatie
Niccolò Machiavelli (1469-1527) en zijn tijdgenoot en vriend Francesco Guicciardini (1483-1540) staan tegenwoordig vooral bekend om hun geschriften over politiek en geschiedenis. Beide mannen hadden echter ook veel ervaring opgedaan in diplomatieke missies en bestuurlijke taken in Italië en de rest van Europa gedurende de late renaissance. In dienst van de republiek Florence werden zij uitgezonden naar de hoven van onder andere de koning van Frankrijk en de koning van Aragon. Daar hebben zagen zij met eigen ogen hoe soms amorele politiek en diplomatie in de praktijk werden bedreven. Deze kennis werd later in hun beroemde historische en politieke teksten verwerkt. Een deel van hun diplomatieke ervaringen hebben zij in kortere en minder bekende teksten verwerkt. Hun beroemde werken bespreken vooral het rationele bedrijven van politiek waarbij het staatbelang het belangrijkst is. Het is daarom interessant of en hoe deze ideeën in hun teksten over diplomatie terug komen.
Italië en het ontstaan van het permanente ambassadeurschap
Het Italië van de viertiende en vijftiende eeuw was een toneel van constante strijd tussen verschillende (stads)staten. Voor het voeren van deze oorlogen waren veel manschappen nodig. Om continue over voldoende getrainde soldaten te beschikken, gingen de staten steeds meer gebruik maken van huurlingen. De oorlogen kostten veel geld en het om het oorlogvoeren vol te houden moesten (politieke) instanties worden gecreëerd en aangepast. Dit leidde onder andere tot de ontwikkeling van 'ambassadesysteem' met het permanente ambassadeurschap. In plaats van een politiek gezantschap stuurde de regering van een staat een ambassadeur die langdurig in de andere staat verbleef. Daar onderhield hij de contacten tussen de twee staten, stelde de vorst van zijn gastland op de hoogte van de wensen van zijn thuisstaat en hield zijn superieuren geïnformeerd. De militaire, politieke en diplomatieke middelen creëerden zo een machtsbalans tussen de Italiaanse staten die door wisselende allianties in stand werd gehouden.
De opkomst van het ambassadeurschap was geleidelijk en tot aan het einde van de vijftiende en begin zestiende eeuw werden er nog tijdelijke gezantschappen op diplomatieke missies gestuurd. Het ambassadeurschap en de bijbehorende taken werden wel steeds belangrijker. Daarom werden er in de veertiende en vooral vijftiende eeuw vele teksten over de 'perfecte ambassadeur' geschreven. In de teksten kwamen zijn vaardigheden, manieren, verplichtingen en het belang van een goede moraal aan de orde.
In de tweede helft van de vijftiende eeuw verspreidde het ambassadesysteem zich over Europa. In die zelfde periode werd de machtsbalans in Italië verstoord en verbroken door inmengingen van buitenlandse staten. In de Italiaanse Oorlogen (1494-1559) streden de Franse Valois en de Spaans/Oostenrijkse Habsburgers om de macht over de rijke Italiaanse staten. De Italiaanse huurlingenlegers bleken van weinig invloed tegen de grote legers van de Fransen en Spanjaarden.
De opkomst van het ambassadeurschap was geleidelijk en tot aan het einde van de vijftiende en begin zestiende eeuw werden er nog tijdelijke gezantschappen op diplomatieke missies gestuurd. Het ambassadeurschap en de bijbehorende taken werden wel steeds belangrijker. Daarom werden er in de veertiende en vooral vijftiende eeuw vele teksten over de 'perfecte ambassadeur' geschreven. In de teksten kwamen zijn vaardigheden, manieren, verplichtingen en het belang van een goede moraal aan de orde.
In de tweede helft van de vijftiende eeuw verspreidde het ambassadesysteem zich over Europa. In die zelfde periode werd de machtsbalans in Italië verstoord en verbroken door inmengingen van buitenlandse staten. In de Italiaanse Oorlogen (1494-1559) streden de Franse Valois en de Spaans/Oostenrijkse Habsburgers om de macht over de rijke Italiaanse staten. De Italiaanse huurlingenlegers bleken van weinig invloed tegen de grote legers van de Fransen en Spanjaarden.
Machiavelli en diplomatie
Niccolò Machiavelli werd ten tijde van de eerste Franse inval in 1496 tot tweede kanselier van de Florentijnse Republiek benoemd. In deze functie vervulde hij enkele diplomatieke missies, waaronder één naar het hof van de Franse koning Lodewijk XII (1562-1515). Hij was een tijdelijk gezant, maar door het uitblijven van spoedige reacties van zijn Florentijnse superieuren bracht hij er een lange tijd door. Het kleine Florence had in Franse ogen al weinig status, maar door het getoonde gebrek aan daadkracht van de Florentijnse bestuurders, werd de positie nog zwakker. Machiavelli klaagde hierover in zijn rapporten aan zijn superieuren. Tijdens zijn gezantschappen naar Cesare Borgia (1475-1507), hertog van Romagna, en paus Julius II (1443-1513) zag hij hoe hun listige en agressieve politiek om zichzelf en hun staat te verdedigen vruchten afwierp.
Machiavelli noteerde deze ervaringen en zijn meningen daarover in zijn beroemdste werk Il Principe (De Heerser). Zijn ervaringen over diplomatie noteerde hij in een korte brief aan de jonge gezant Raffaello Girolami. Daarin benadrukt hij vooral het belang van de diplomaat om naar waarheid zijn superieuren in te lichten en voorral het karakter van zijn gastheer goed te beoordelen. Over de morele taken van de diplomaat/ambassadeur laat hij zich weinig uit. Het belang van de staat gaat boven alles en de diplomaat mag zich van alle nodige middelen bedienen, zo lang het zijn geloofwaardigheid en dus zijn onderhandelingspositie niet schade toebrengt. Vertragen van de onderhandeling kan voordelig zijn, maar het moet dan wel gecontroleerd gebeuren en niet, zoals bij Machiavelli's gezantschap door externe gevolgen.
Machiavelli noteerde deze ervaringen en zijn meningen daarover in zijn beroemdste werk Il Principe (De Heerser). Zijn ervaringen over diplomatie noteerde hij in een korte brief aan de jonge gezant Raffaello Girolami. Daarin benadrukt hij vooral het belang van de diplomaat om naar waarheid zijn superieuren in te lichten en voorral het karakter van zijn gastheer goed te beoordelen. Over de morele taken van de diplomaat/ambassadeur laat hij zich weinig uit. Het belang van de staat gaat boven alles en de diplomaat mag zich van alle nodige middelen bedienen, zo lang het zijn geloofwaardigheid en dus zijn onderhandelingspositie niet schade toebrengt. Vertragen van de onderhandeling kan voordelig zijn, maar het moet dan wel gecontroleerd gebeuren en niet, zoals bij Machiavelli's gezantschap door externe gevolgen.
Guicciardini en diplomatie
Francesco Guicciardini werd aan het begin van de zestiende eeuw naar op een diplomatiek gezantschap naar het hof van de Ferdinand II (1452-1516), koning van Aragon, gestuurd. Zijn taak was het onderzoeken van het beleid van de koning ten aanzien van de oorlogen in Italië. Ook Guicciardini's verblijf was door omstandigheden verlangd. Hij had daar genoeg tijd om de vorst en diens beleid van manipuleren en liegen om zijn eigen belang te dienen, te bestuderen. Guicciardini heeft daarna geen grote diplomatieke missies meer vervuld. In plaats daarvan had hij een lange politieke carrière in het besturen van steden en provincies in de dienst van verschillende pausen.
Zijn ideeën over diplomatie zijn vooral genoteerd in de Ricordi (Overpeinzingen of Herinneringen). Dit zijn honderden korte tekstjes met adviezen over politiek, oorlog en diplomatie. De teksten waren voornamelijk voor familieleden bedoeld. Net als Machiavelli benadrukt Guicciardini vooral eerlijkheid van de diplomaat ten aanzien van zijn superieuren. Zijn superieuren, daarentegen, hoeven niet altijd eerlijk tegenover hun diplomaten te zijn. Staatsbelang is het grootste goed, maar Guicciardini benadrukt dat de diplomaat zijn eerbiedwaardige en betrouwbare reputatie moet behouden om effectief te zijn. Hij is het met Machiavelli eens op het gebied van onderhandelingen en vertragingen.
Zijn ideeën over diplomatie zijn vooral genoteerd in de Ricordi (Overpeinzingen of Herinneringen). Dit zijn honderden korte tekstjes met adviezen over politiek, oorlog en diplomatie. De teksten waren voornamelijk voor familieleden bedoeld. Net als Machiavelli benadrukt Guicciardini vooral eerlijkheid van de diplomaat ten aanzien van zijn superieuren. Zijn superieuren, daarentegen, hoeven niet altijd eerlijk tegenover hun diplomaten te zijn. Staatsbelang is het grootste goed, maar Guicciardini benadrukt dat de diplomaat zijn eerbiedwaardige en betrouwbare reputatie moet behouden om effectief te zijn. Hij is het met Machiavelli eens op het gebied van onderhandelingen en vertragingen.
Conclusie
Machiavelli en Guicciardini hebben weinig over diplomatie en diplomaten geschreven. In hun teksten zijn vorsten en het belang van de staat de hoofdonderwerpen en is diplomatie slechts een hulpmiddel. Gebaseerd op hun eigen ervaringen en het Italië van hun tijd geven ze vooral advies over de gedachten en strategie van vorsten en hoe de diplomaat daarbinnen past. In die zin is hun gehele werk een handige gids voor diplomaten in het uitvoeren van hun taken.
Verder lezen
De belangrijkste primaire bronnen zijn Machiavelli's De Heerser, beschikbaar in een Nederlandse vertaling met bijgevoegd zijn brief aan
Raffaello Girolami: Machiavelli,
Niccòlo. Il Principe en andere politieke geschriften. Vertaald door
P. van Heck. Amsterdam: Ambo, 2006.
Voor Guicciardini zijn dit de Ricordi: Guicciardini, Francesco, Ricordi. Vertaald door N.H. Thomson. Londen: Kegan Paul, Trench, Trübner en Co., 1890.
Secundaire bronnen:
- Anderson, M.S. The Rise of Modern Diplomacy 1450-1919. Londen: Longman 1993.
- Berridge, G.R.M. Keens-Soper en T.G. Otte. Diplomatic theory from Machiavelli to Kissinger. Basingstoke: Palgrave, 2001.
- Gamberini, A en I. Lazzarini, eds. The Italian Renaissance State. Cambridge: Cambridge University Press, 2012.
- Mattingly, G. Renaissance diplomacy. Harmondsworth: Penguin, 1973.
- Plumb, J.H., ed. Renaissance Profiles. New York: Harper Torchbooks, 1961.
- Ridolfi, R. The life of Francesco Guicciardini. Vertaald door C. Greyon. Londen, 1967.
- Skinner, Q. Machiavelli: a very short introduction. Oxford: Oxford University Press, 2000.
Afbeeldingen zijn afkomstig van wikipedia.org
Voor Guicciardini zijn dit de Ricordi: Guicciardini, Francesco, Ricordi. Vertaald door N.H. Thomson. Londen: Kegan Paul, Trench, Trübner en Co., 1890.
Secundaire bronnen:
- Anderson, M.S. The Rise of Modern Diplomacy 1450-1919. Londen: Longman 1993.
- Berridge, G.R.M. Keens-Soper en T.G. Otte. Diplomatic theory from Machiavelli to Kissinger. Basingstoke: Palgrave, 2001.
- Gamberini, A en I. Lazzarini, eds. The Italian Renaissance State. Cambridge: Cambridge University Press, 2012.
- Mattingly, G. Renaissance diplomacy. Harmondsworth: Penguin, 1973.
- Plumb, J.H., ed. Renaissance Profiles. New York: Harper Torchbooks, 1961.
- Ridolfi, R. The life of Francesco Guicciardini. Vertaald door C. Greyon. Londen, 1967.
- Skinner, Q. Machiavelli: a very short introduction. Oxford: Oxford University Press, 2000.
Afbeeldingen zijn afkomstig van wikipedia.org