(De Medebakaart: Jerusalem; detail mozaïekvloer waarop een kaart van het Heilige Land is te zien. omstreeks 550. Medeba, Jordanië; (c) BiblePlaces.com)
Saladin: De ultieme Moedjahid of slechts een marionet van de intifada?
'Nadat de ouderling de woorden "Er is geen andere God dan Hij en in Hem heb ik mijn vertrouwen gelegd"
had uitgesproken, verscheen er op het gezicht van de sultan een glimlach. Hij straalde van vreugde
en toen gaf hij zijn ziel over aan de Heer'.
(Het sterfbed van de sultan Saladin, zoals opgetekend door zijn vertrouweling Bahā’ al-Din Ibn Shaddād)
Saladin; Wie was de Koerdische officier nu werkelijk? Er is veel over hem geschreven en door de eeuwen heen is de grens tussen waarheid en fictie steeds meer vervaagd. Het feit dat veel landen in het Midden Oosten vandaag de dag beweren dat Saladin van oorsprong uit hun land kwam, bewijst wel hoeveel indruk hij heeft gemaakt en hoeveel mensen vandaag de dag nog met hem weglopen.
Was Saladin inderdaad de ultieme heilige strijder, de moedjahid? Of was hij slechts een marionet, als een schaduwspeler in de intifada, de strijd om de westerse kruislegers te verdrijven?
Voor het essay heb ik mij slechts beperkt tot wat de auteur Bahā’ al-Din Ibn Shaddād over het leven van Saladin heeft geschreven. Bahā’ al-Din was een ambtenaar binnen het bestuursapparaat en was het merendeel van de tijd niet verder dan vijf meter bij Saladin vandaan.
Ik ben mij er terdege van bewust dat Bahā’ al-Din zeker niet objectief is als hij over de sultan schrijft, maar dit brengt een interessante vraag met zich mee. De manier waarop Saladin vandaag de dag herinnerd wordt, staat in verband met de manier waarop de auteurs hem toen hebben willen weergeven. De vraag in dit essay is dan ook: Hoe heeft Bahā’ al-Din de sultan Saladin willen weergeven? Hoe wilde hij dat Saladin herinnerd zou worden?
Zo veel namen als Saladin had, zoveel deugden worden er door Bahā’ al-Din ook aan de sultan toegeschreven. Hij was eervol, hij was een gedreven moslim, hij had zijn leven in het teken van de jihad gesteld, hij had oog voor ridderlijk gedrag van anderen, etc, etc. De lijst met deugden is zoals gezegd zeer lang. En bij elke deugd die er aan Saladin toegeschreven wordt, geeft Bahā’ al-Din een voorbeeld uit zijn jaren met de sultan, maar ook uit de jaren van imad ad-din al-isfahani. Een man die voor Bahā’ al-Din tot de entourage van Saladin behoorde en die ook over diens leven had geschreven.