Hellenistische steden en elites
De rol van steden en maatschappelijke relaties in de Hellenistische wereld van 334 v. Chr. tot ± 200 v. Chr.
De Mediterrane wereld stond gedurende enkele eeuwen onder grote Griekse invloed. Deze periode begon op het moment dat Alexander de Grote zijn veroveringstochten startte tegen het oppermachtige Perzische rijk. Van 334 voor Christus tot aan zijn dood in 323 voor Christus wist Alexander het Perzische rijk te vernietigen en zelfs tot aan het huidige India te reiken. Al naar gelang hij nieuwe gebieden veroverde stichtte hij nieuwe steden. Alle door hem gestichtte steden werden naar hemzelf vernoemd, met een toevoeging die afhankelijk was van de geografische ligging van deze nieuw gestichtte stad.
De steden
Op het hierboven afgebeelde kaartje is het gehele Hellenistische gebied afgebeeld. De voornaamste steden in dit gehele gebied zijn er weergegeven. Op deze kaart kan men direct zien waar de door Alexander gestichtte steden lagen en de steden die door zijn opvolgers zijn gesticht. De functie van deze steden was verschillend. Met name de steden gesticht in oostelijke uithoeken werden bevolkt door Grieken die achtergelaten waren tijdens de veldtocht van Alexander. Deze steden fungeerden als militaire buitenposten om zo deze gebieden onder controle te houden. De grootste 'Griekse' stad was Alexandrië in het uiterste noorden van Egypte. De stad groeide uit onder de diadochos Ptolemaeus tot het bestuurlijke centrum van de Ptolemeïsche dynastie. Daarnaast was het een belangrijke havenstad. De Hellenistische steden Seleucia aan de Tigris, Seleucia Zeugma en Antiochië hadden eveneens een bestuurlijke functie. Echter deze steden waren zo gepositioneerd dat zij langs belangrijke handelsroutes lagen. Deze positie maakten deze steden tot enorm welvarende handelscentra van waaruit de internationale handel werd gecoördineerd. Naast deze functies hadden deze steden nog één andere belangrijke functie. De steden waren de centra van waaruit de Griekse cultuur zich wist te verspreiden over gebieden waar deze nooit eerder een voet aan de grond had gehad.
Een munt met de afbeeldingen van Ptolemaeus I Soter en zijn vrouw (en zuster). Hellenistische koningen gaven grote bedragen uit aan euergetisme of weldoenerij.
Relatie tussen de stedelijke elites en de rijkselite
De relatie tussen lokale elites en de heersers van de hellenistische rijken heb ik eveneens bekeken. De stedelijke elites bleven na de veroveringsoorlogen van Alexander de Grote hun macht behouden. De dagelijkse aangelegenheden bleven de verantwoordelijkheid van de stedelijke elites. Echter dienden zij de macht van een of andere Hellenistische koning te erkennen. De steden in de grensgebieden van de grote koninkrijken hadden echter iets meer bewegingsvrijheid. Zij konden door de geringe macht van een dergelijke koning in de regio proberen de maximale voordelen te halen voor hun loyaliteit. Immers als zij bij de ene koning niet kregen wat zij wilden, konden deze steden dezelfde vraag neerleggen bij een naburige koning. De voordelen bestonden uit privileges die zij konden verkrijgen binnen hun regio of andere giften. Uitzondering was bijvoorbeeld Rhodos. Na een verwoestende aardbeving in 226 voor Christus kregen zij van alle kanten hulp aangeboden, van zowel de koningen van kleinere als van grote hellenistische rijken. De stad Rhodos was altijd onafhankelijk weten te blijven, maar bevond zich op een belangrijke handelsroute waardoor de koningen graag in een goed daglicht stonden bij deze stad. De euergetisme of weldoenerij van de Hellenistische koningen richting een stad was dus niet enkel gericht op het verkrijgen van loyaliteit, maar ook van de gunst van de stedelijke elite in het algemeen. De koningen hadden allen een kring met getrouwen om zich heen, variërend in grootte van enkele tientallen tot zelfs enkele honderden. Als de stedelijke elite iemand uit haar stad aan dit 'hof' had, kon men ook via deze persoon invloed proberen uit te oefenen op de koning. Deze relatie tussen stedelijke elite en rijkselite kon het verkrijgen van gunstige privileges of andere voordelen tot gevolg hebben.
Cultuur als bindmiddel
In de Hellenistische rijken was de Griekse cultuur de gemene deler. Het Grieks was de voertaal geworden in nagenoeg de gehele bekende wereld. De elites van de Hellenistische rijken voerden onderling slechts het Grieks. Het bestuursapparaat van de Hellenistische koninkrijken was door dit overheersende gebruik van het Grieks ook geheel in deze taal. Uiteraard wisten de nieuwe Griekstalige heersers dat hun decreten en andere besluiten ook voor hun niet-Griekse onderdanen begrijpelijk moesten zijn. Een voorbeeld van hoe zij met dit probleem omsprongen is de steen van Rosetta. De afbeelding hierboven laat deze steen zien. Op deze steen staat een tekst in zowel het officiële Egyptisch, het eenvoudige Egyptisch en het Grieks gebeiteld. Op deze wijze kon ook de oorspronkelijke niet-Griekse bevolking te tekst begrijpen. Het sponsoren van grote bouwprojecten op politiek neutrale belangrijke plaatsen moest het prestige van de Hellenistische koningen ook vergroten. Met name bij Delphi en Olympia, de oude heilige plaatsen van de Griekse wereld, probeerden de Hellenistische koningen elkaar de loef af te steken. Daarnaast moesten grote tempelcomplexen, bibliotheken en theaters in de verschillende steden van de Hellenistische wereld niet alleen de loyaliteit vergroten van de onderdanen ten opzichte van de heersers, maar werd tegelijkertijd de Griekse cultuur stevig in het stadsbeeld verankerd.
De Hellenistische wereld
De Hellenistische wereld. De grote rijken die overbleven na de dood van Alexander de Grote in het bruin, geel, groen en blauw.
Onderling hadden de verschillende steden nog steeds de mogelijkheid om de betrekkingen aan te halen. Als een stad geld nodig had voor een bepaald bouwproject en de regionale heerser of de koning was om enigerlei reden niet bereid gevonden of niet in staat geweest om aan de vraag te voldoen, had een stad nog altijd zijn naaste buren als optie. De stedelijke elite stuurde dan een aantal afgezanten naar de omliggende steden. Men wist ook wel dat de buurstad niet zomaar geld of andere hulp zou verlenen. Er werd dan nagenoeg altijd door de vragende partij op de gezamenlijke cultuur-historische band gewezen. Meestal werd er een gezamenlijke mythische of goddelijke voorouder verzonnen om een band te veronderstellen. Het euergetisme zat zo diep in de Griekse cultuur verankerd dat men meestal simpelweg niet kon weigeren op basis van de gezamenlijke 'band'. Echter of de gehele vraag werd voldaan was altijd nog vers twee. De andere stad wist uiteraard ook welke taktieken er werden gebezigd op grond van het euergetisme. Zij wilde dan ook niet weigeren, maar om direct het gehele hoofd in de schoot te leggen ging doorgaans te ver. De Griekse cultuur bood steden dus veel mogelijkheden om het beste voor zichzelf uit onderhandelingsposities te halen. Door de verbreiding van de Griekse cultuur over de nagenoeg de gehele bekende wereld bood het hen ook nog eens een grotere bron van 'gelijkgestemde' onderhandelingspartners. Zowel machtige Hellenistische
koningen als een groot aantal steden met een culturele band, waarmee in een en dezelfde taal kon worden gecommuniceerd.
koningen als een groot aantal steden met een culturele band, waarmee in een en dezelfde taal kon worden gecommuniceerd.
Bronnen en relevante literatuur
Freeman, C., The Greek achievement. The foundation of the Western world (London 1999).
Green, P. ed., Hellenistic History and Culture (Berkeley 1993).
Lund, H.S., Lysimachus: a study in early Hellenistic kingship (London 1992).
Matthaei, A. en M. Zimmermann, eds., Stadtbilder im Hellenismus. Die hellenistische Polis als Lebensform (Berlin 2009).
Ma, J., "Peer Polity and Interaction in the Hellenistic Age." Past and Present 180 (2003) 9-39.
Nijf, O. van, Politiek in de polis, in: Voerman, G. en D.J. Wolffram, eds., Kossmann Instituut: benaderingen van de geschiedenis van de politiek (Groningen 2006) 16-22.
Orth, W., Königlicher Machtsanspruch und städtische Freiheit (München 1977).
Strootman, R., "De vrienden van de vorst. Het koninklijk hof in de Hellenistische rijken.", Lampas 38.3 (2005) 184-196.
Strootman, R., Gekroonde goden. Hellenistische vorsten van Alexander tot Kleopatra (Amsterdam 2005).
Green, P. ed., Hellenistic History and Culture (Berkeley 1993).
Lund, H.S., Lysimachus: a study in early Hellenistic kingship (London 1992).
Matthaei, A. en M. Zimmermann, eds., Stadtbilder im Hellenismus. Die hellenistische Polis als Lebensform (Berlin 2009).
Ma, J., "Peer Polity and Interaction in the Hellenistic Age." Past and Present 180 (2003) 9-39.
Nijf, O. van, Politiek in de polis, in: Voerman, G. en D.J. Wolffram, eds., Kossmann Instituut: benaderingen van de geschiedenis van de politiek (Groningen 2006) 16-22.
Orth, W., Königlicher Machtsanspruch und städtische Freiheit (München 1977).
Strootman, R., "De vrienden van de vorst. Het koninklijk hof in de Hellenistische rijken.", Lampas 38.3 (2005) 184-196.
Strootman, R., Gekroonde goden. Hellenistische vorsten van Alexander tot Kleopatra (Amsterdam 2005).
Verantwoording van de foto's
Afbeelding van de munt met de afbeeldingen van Ptolemaeus I Soter en zijn vrouw (en zuster):
http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Ptolemaeus_I%26Berenike_I.jpg
De steen van Rosetta:
http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Rosetta_Stone.JPG
http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Ptolemaeus_I%26Berenike_I.jpg
De steen van Rosetta:
http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Rosetta_Stone.JPG
Verantwoording van de kaarten
Kaart Hellenistische koninkrijken en belangrijkste steden:
http://www.utexas.edu/courses/greeksahoy!/hellenistic_cities.jpg
Kaart van de Hellenistische wereld met de Diadochenrijken:
http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Kaart_van_de_diadochenrijken_(300_v._Chr.).PNG
Kaart Hellenistische koninkrijken en belangrijkste steden:
http://www.utexas.edu/courses/greeksahoy!/hellenistic_cities.jpg
Kaart van de Hellenistische wereld met de Diadochenrijken:
http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Kaart_van_de_diadochenrijken_(300_v._Chr.).PNG
J. K. 20-06-2012