Byzantijnse Diplomatie ten tijde van de Eerste Kruistocht
De Grieken, en na hen de Byzantijnen, hebben lang de reputatie gehad onbetrouwbaar te zijn. Zoals bij ‘Timeo Danaos et dona ferentes’, wat vertaald ruwweg neerkomt op de boodschap Grieken niet te vertrouwen, zelfs als ze geschenken aanbieden. De Engelse taal heeft hier zelfs ‘Beware of Greeks bearing Gifts’ van gemaakt. Ondanks deze ‘wijsheden’ uit de oudheid, bestond er voor een groot deel van de Middeleeuwen nauwelijks tot geen antipathie tegen de Byzantijnen vanuit West-Europa. Hier kwam verandering in met de kruistochten, waarbij de deelnemers aan de grootste mobilisatie van soldaten in Europa tussen de oudheid en Napoleon in contact kwam met de Byzantijnen. De Eerste Kruistocht startte een culturele trend in katholiek Europa, die uiteindelijk tot uitbarsting zou komen met de plundering van Constantinopel als eindpunt van de Vierde Kruistocht. Deze ‘breakdown of relations’ was het gevolg van een complexe mix van zowel Westers als Byzantijns opportunisme, de groeiende invloed van Venetië zowel binnen als buiten Italië, een proces van dogmatisering van het Grieks-Orthodoxe christendom van vooral het Rooms-Katholieke christendom, en meer.
De Eerste Kruistocht was zoals gezegd een enorme onderneming. De kruistocht was opgebouwd uit meer dan een half dozijn ‘kleinere’ legers die ieder een eigen structuur hadden, eigen aanvoerders, en vaak zelfs een eigen taal. Dit bood de Byzantijnen een grote uitdaging. Deze grote legers moesten allemaal over Byzantijns grondgebied gedirigeerd worden, en bondgenoot tegen de Turken worden en blijven. Het eerste leger, dat moeilijk een echt leger genoemd kon worden, was de Volkskruistocht van Peter de Kluizenaar. Dit was een ongedisciplineerde horde, met slechts een handvol ridders, die onderweg al slaags waren geraakt (als gevolg van plunderingen) met de christelijke koninkrijken Hongarije en Servië. Ondanks proviand van de Byzantijnen vergrepen de deelnemers van de Volkskruistocht zich toch aan Byzantijnse bezittingen, waarna de Byzantijnen ze zo snel mogelijk naar Anatolië verscheepten waar de Turken het leger in een paar veldslagen korte metten met ze maakten. Deze Volkskruistocht had het echter in het Byzantijnse perspectief voor de andere kruisvaarderlegers verpest. Zodra de ‘echte’ legers het Byzantijnse Rijk binnenkwamen, met veel meer discipline, kregen ze een grote militaire escort die vooral als taak had als politie op te treden als de kruisvaarders het in hun hoofd zouden halen te plunderen. Dit was echter onvermijdelijk, aangezien er een gebrek aan proviand was, en dit leidde tot een veelvoud aan schermutselingen tussen kruisvaarders en Byzantijnen, waarbij ook doden vielen. Voor veel kruisvaarders was de toon gezet, en de Byzantijnse keizer (Alexius I) had moeite de leiders aan zijn kant te houden. Hiervoor werden de volgende middelen gebruikt. Gebruikte bronnen:
-Asbridge, Thomas, The First Crusade: A new history. Londen: The Free Press, 2004. -Charanis, Peter, ‘Aims of the medieval crusades and how they were viewed by Byzantium’ in: Church history. Vol 21 (1952) 123-134. -Daly, William M., ‘Christian fraternity, crusaders, and the security of Constantinople, 1097-1204; the precarious survival of an ideal’ in: Medieval studies, 1960. -Wes, M.A., trans., Het verhaal van Alexios door Anna Komnene. Den Bosch: Voltaire, 2001. |
Giften hebben altijd een centrale plaats ingenomen binnen het arsenaal van de Byzantijnse diplomatie. Ze dienden als diplomatieke smeerolie, waren onderdeel van de etiquette, maar hadden in de juiste vorm (en kwantiteit) ook de functie van betalingen. De aanvoerders van de kruistochten kregen betaald wanneer ze bereid waren een eed af te leggen (zie het afleggen van een eed). Effectief tegen: Vrijwel iedereen, incluis adel. Ineffectief tegen: Overprincipiële of paranoïde edellieden. Het afleggen van een eed nam ook een centrale positie in veel diplomatieke handelingen van zowel Byzantijnen als West-Europeanen. Alexius vroeg de aanvoerders een eed af te leggen waarin ze zworen alle veroverde forten, steden en gebieden af te staan aan de Byzantijnen, en waarin de keizer de kruisvaarders bij zou staan met vriendschap, raad en daad, wat niet geëxpliciteerd werd. Deze eed werd door vrijwel iedereen gezworen, behalve degenen die ook onvoldoende geïnteresseerd waren in de giften. Ze werden ook niet door iedereen nageleefd. Effectief tegen: Edellieden in het algemeen. Ineffectief tegen: Siciliaanse Normandiërs en het gewone voetvolk. En als alles faalt, kan er altijd nog een beroep gedaan worden op christelijke naastenliefde. Dit gebeurde zowel in het overtuigen van de paus dat er een kruistocht plaats moest vinden, het tot staan brengen van de schermutselingen tussen kruisvaarders en Byzantijnen, als het voorkomen van een belegering van Constantinopel door de kruisvaarders. Effectief tegen: Pauzen, vrome edellieden (houdbaarheidsdatum: 1204) Ineffectief tegen: Het gewone voetvolk en wederom Siciliaanse Normandiërs. |